Omzet eredivisieclubs stijgt, maar 'structurele zorgen over financiële stabiliteit'
De omzet van de eredivisieclubs groeit, maar er blijven structurele zorgen over de financiële gezondheid van de sector. Het seizoen 2023/24 liet een omzetstijging zien van 8,5 procent, maar de totale kosten van de clubs stegen met 6,4 procent. Veel clubs blijven afhankelijk van spelersverkopen om tekorten te dekken. De financiële weerbaarheid van de clubs staat onder druk.
Dit blijkt uit de vijfde editie van de Financiële Ranglijst Eredivisie, die vandaag is gepubliceerd door het Sports & Economics Research Centre van de HAN University.
De onderzoekers hebben gekeken naar de prestaties en positie van eredivisieclubs op basis van de meeste recente jaarcijfers (seizoen 2023/24). Het rapport is de uitkomst van een analyse van de omzet, kosten, operationele en nettoresultaten, balansstructuur en werkratio's zoals werkkapitaalpositie, solvabiliteit, nettomarges en personeelskostenratio.
PSV passeert Ajax qua omzet
Een van de opvallende resultaten uit het onderzoek is dat PSV door financieel en sportief succes voor het eerst in jaren Ajax heeft ingehaald als club met de hoogste omzet. De omzet van de Eindhovenaren bedroeg 152,1 miljoen, de Amsterdammers kwamen uit op 152 miljoen. PSV profiteerde van de deelname aan de Champions League.
Ajax beschikt nog wel over het grootste eigen vermogen binnen de eredivisie ( 226,4 miljoen euro), hoewel de toegang daartoe deels beperkt is. Ajax had veruit de hoogste personeelskosten, die in het seizoen 2023/24 op ruim 100 miljoen uitkwamen. Ajax, Vitesse, Heracles Almelo, sc Heerenveen en NEC draaiden in het onderzochte seizoen verlies.
AZ, PSV en FC Twente volgen Ajax op de ranglijst van eigen vermogen. AZ zag volgens het rapport het eigen vermogen groeien tot 71,9 miljoen euro, waarbij de opbrengsten uit de transfers van Tijjani Reijnders, Milos Kerkez, Jesper Karlsson en Sam Beukema ongetwijfeld een rol speelden.
Negatief eigen vermogen
Vier clubs staan op de ranglijst met een negatief eigen vermogen: NEC, FC Volendam en de uitschieters Vitesse (-13,2 miljoen) en Fortuna Sittard (-14,1 miljoen). Een seizoen eerder waren er nog zes clubs met een negatief eigen vermogen.
Het resultaat vóór transfers was voor de gehele eredivisie met -67 miljoen euro flink negatief, wat de afhankelijkheid van incidentele transferinkomsten nog eens onderstreept. Het was wel een beter resultaat dan een seizoen eerder. Toen bedroeg dat -76 miljoen euro.
Op korte termijn gericht beleid en structurele afhankelijkheid van externe financiers ondermijnen de financiële stabiliteit van de clubs op de langere termijn, stellen de onderzoekers vast. De effectiviteit van de huidige financiële regels in het betaald voetbal staat onder druk. Als voorbeeld wordt Vitesse aangehaald, waarbij de licentiecommissie ondanks herhaalde overtredingen toch coulant was.
Gedragsverandering
De onderzoekers geven aan dat voor structurele verbetering van de financiële gezondheid duidelijke stappen nodig zijn door clubs en voetbalbond KNVB.
In het rapport staan drie aanbevelingen: strengere regelgeving (zoals toewerken naar een positief eigen vermogen en de introductie van een maximaal toegestaan verlies), strengere handhaving van de licentievoorwaarden en een verbeterde transparantie vanuit de KNVB over procedures, deadlines en de gevolgen van slechte financiële resultaten.
Daarbij zou het belonen van duurzaam financieel beleid bij de verdeling van de opbrengst van de televisiegelden kunnen bijdragen aan een gedragsverandering. Ook bevorderen de mogelijke aanpassingen de stabiliteit en continuïteit voor de clubs. Ze zouden ook een eerlijkere competitie bevorderen.